Ijstijden

Gemma Venhuizen
Amsterdam University Press - 2014

Koop hier

De eerste keer dat ik hem zag stond ik met een dubbelloops geweer in mijn handen. Ik had net met bevroren vingers twintig kogels afgeschoten op de ijsbeer tegenover me. Negentien kogels waren in het niets verdwenen, één had de rechtervoorpoot geraakt.

Terwijl ik het resultaat bestudeerde, kwam hij naast me staan. Zijn kartonnen beer zag er heel wat doorzeefder uit dan de mijne. Hij lachte. Zei iets tegen me. Het zag eruit als ‘I love you too.’ ‘I love to shoot,’ herhaalde hij toen ik mijn oorbeschermers af had. ‘Dat komt goed uit,’ zei ik en liet mijn geweer zakken. ‘Als we worden aangevallen mag jij ons verdedigen.’